03. Karate beoefening in functie van leeftijd
Jeugd van 6 tot 12 jaar
Kinderen spelen en bewegen graag en veel. De motorische rijping en groei gaat bij de ene wat sneller, bij de andere wat trager. Dit kan een groot verschil geven in prestaties voor kinderen van eenzelfde leeftijd. Dit zegt echter niets over het talent dat een kind heeft, het zegt enkel iets over zijn biologische rijpheid. Het biologisch tragere kind haalt zijn snellere leeftijdsgenoten sowieso in.
Op sociaal gebied kunnen kinderen zich inleven in anderen en kunnen principes zoals respect, fair play, zich houden aan spelregels, leren verliezen… bijgebracht worden.
Kinderen zijn geen kleine volwassenen en verdienen een aparte aanpak :
- Kinderen kunnen zich niet zolang concentreren op technische oefeningen, waardoor we regelmatig een spel inlassen.
- We trainen nooit met gewichten. De enige vorm van krachttraining is deze tegen het eigen lichaamsgewicht (pompen, sit-up, squatoefeningen…)
- De algemene coördinatie moet nog sterk ontwikkelen (links-rechts, benen die elk iets anders doen, armen die elk iets anders doen, armen en benen die tegengesteld of juist samen moeten bewegen, ritme van een beweging…)
- Lenigheidstraining is absoluut noodzakelijk omdat eerst de botten groeien daarna pas de spieren, de spieren lopen dus steeds achterop. Om voldoende lenig te blijven moeten de spieren gestimuleerd worden mee te groeien door ze te stretchen.
- Uithouding moet gestimuleerd worden door middel van loopoefeningen. Hierdoor nemen de zuurstofcapaciteit en de longcapaciteit toe. Training van de uithouding zorgt ook voor een betere energieverbranding.
- Kote-kitai training (zie elders), wordt absoluut niet gedaan bij de jeugd, omwille van de groei die nog in volle gang is.
1. Scholieren van 12 tot 18 jaar
Binnen deze groep zijn er grote motorische en lichamelijke verschillen door de groeispurt. We kunnen de drie volgende periodes onderscheiden.
1. Periode vóór de groeispurt
- Op deze leeftijd is de basiscoördinatie ontwikkeld (evenwicht houden, verschil tussen links en rechts, afstand inschatten, armen en benen verschillende en tegengestelde bewegingen laten doen…).
- Wat de component kracht betreft, kan er best nog steeds gewerkt worden tegen het eigen lichaamsgewicht.
- Uithouding kan volop getraind worden.
- Lenigheid moet onderhouden blijven.
2. Periode van de groeispurt
Voor meisjes start deze rond de leeftijd van 12 jaar, voor jongens rond de leeftijd van 14 jaar.
- Tijdens deze periode kunnen er behoorlijke groeipijnen optreden wat de karatetrainingen kan beïnvloeden. Ook hier zal lenigheidstraining noodzakelijk zijn om een minimale lenigheid te bewaren.
- Rugpijn treedt vaak op ten gevolge van een ongelijke lengtegroei van de benen. Rugvriendelijke oefeningen (korte sit-up, stretchen van de rug-en bekkenspieren) zijn dan van belang.
- Kote-kitae wordt niet gedaan omwille van de kritieke groeifase.
- Vanaf deze leeftijd kan er goed getraind worden op het perfectioneren van technieken.
3. Periode na de groeispurt
- Er kunnen nog steeds groeipijnen optreden ondanks het feit dat de sterkste groeipiek voorbij is. Meisjes kunnen groeien tot ze ongeveer 18 jaar zijn, jongens tot ze 21 jaar zijn.
- Pas hier kan er gestart worden met zeer lichte vormen van kote-kitae.
- Voor jongens kan er vanaf nu een grote toename in krachtontwikkeling zijn (mits training) door de toegenomen aanwezigheid van mannelijke hormonen.
2. Volwassenen
Het beoefenen van karate zal hier sterk afhankelijk zijn van de sportieve voorgeschiedenis.
Een volwassene kan zonder problemen trainen op uithouding, kracht, lenigheid en coördinatie. Indien je langere tijd gekwetst bent geweest of geen sport beoefend hebt, moet je de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen om overbelasting te voorkomen. Je moet rekenen op een half jaar voor de aanpassing van je spieren, pezen en ligamenten op de gevraagde inspanningen.
Als volwassene spelen naast een sterke motivatie ook sociale omstandigheden (werk, studie, gezin…) een rol in het volhouden van karatetrainingen. Maar karate is een erg goed middel om je te ontspannen, je van de nodige lichaamsbeweging te voorzien, energie te verbranden en stressbestendiger te worden.
3. Senioren (45+)
Vanaf deze leeftijd moet je rekening houden met een trager aanpassingsvermogen van je lichaam aan gevraagde inspanningen.
Vanaf de leeftijd van 35 jaar neemt de hoeveelheid bindweefsel toe in je lichaam zodat gewrichten stilaan stijver en vaster worden. Vandaar het belang om je lichaam door oefening soepel te houden. Er kan nog grote vooruitgang geboekt worden in lenigheid indien er op een correcte manier wordt getraind en er geen artrose op de gewrichten zit.
Ook uithouding en kracht kunnen zonder enig probleem getraind worden, ook hier moet rekening gehouden worden met een langere opbouwperiode.
Het trainen van nieuwe bewegingen (coördinatie) zal meestal wat meer tijd en energie vragen om ze correct uit te voeren en te onthouden.
Het is op deze leeftijd nog meer van belang dan op andere leeftijden om een grote regelmaat in je trainingen te houden. Elke training die je overslaat zal zich laten voelen in de volgende training.